Dataset record
- Type
- Dataset
- title in English
- Benthos Westerschelde (MOVE)
- title in nl
- Bodemdieren Westerschelde (MOVE)
- Description in nl
- Het project wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat (Zeeland), waarbij RIKZ een voorname rol speelt in de uitvoering en/of coördinatie van de monitoring. De monitoring is ‘opgetuigd’ rond zogenaamde fysische, chemische en biologische hypothesen. Deze hypothesen zijn eigenlijk (in de meeste gevallen) gekwantificeerde voorspellingen omtrent de ontwikkelingen van de belangrijkste kenmerken van het watersysteem van de Westerschelde. Bodemdieren vormen daarbij ook een onderdeel en sluit nauw aan bij de monitoring van bodemdieren in het kader van MWTL De gegevens van MWTL vormen dan ook een belangrijke input voor MOVE. De MOVE-monitoring van bodemdieren is voor het grootste deel uitbesteed aan het NIOO-CEME te Yerseke. Alleen de bemonstering wordt mede uitgevoerd door Rijkswaterstaat (namelijk schepen, bemanning en apparatuur). Het programma bestaat sinds 1994.
De MOVE-monitoring van bodemdieren is bedoeld om de ontwikkeling van de bestanden van bodemdieren in de Westerschelde te kunnen volgen en daarmee de betreffende hypothesen op gezette momenten te kunnen toetsen. Daarnaast is (een onderdeel van) het programma bedoeld om de effectiviteit van aangelegde geulwandverdedigingen (onderdeel van de verruiming) te evalueren.
Door het NIOO-CEME worden jaarlijks zogenaamde datarapporten geleverd waarin geaggregeerde gegevens (soortensamenstelling, dichtheid en biomassa) worden gepresenteerd; tegelijkertijd worden de gegevens in databases ter beschikking gesteld aan RIKZ.
In de Westerschelde wordt als volgt gemeten:
Er vindt een bemonstering in een plot en op raaien plaats. Het plot betreft ‘plot 4’ en is het deel dat tussen plot 1 en 2 van het MWTL-programma ligt, dus de Westerschelde tussen ongeveer de lijn Ellewoutsdijk-Braakman en de lijn Baarland-Terneuzen. De bemonsteringswijze is vrijwel identiek aan dat van MWTL, maar vanwege de geringere grootte worden er 5 in plaats van 10 locaties per stratum bemonsterd. Binnen het plot worden vier dieptestrata onderscheiden: boven –2m NAP, tussen –2 en –5m NAP, tussen –5 en –8m NAP en dieper dan –8m NAP. In ieder stratum worden op steeds opnieuw vijf random gegenereerde locaties bodemdierenmonsters verzameld. Per bemonsterings’ronde’ worden dus 20 locaties bemonsterd (4 strata x 5 locaties). Bemonstering vindt ieder voor- (half maart – half mei) en najaar (half augustus – half oktober) plaats. Op de locaties beneden –2m NAP worden de monsters met een boxcorer verzameld, waaruit 3 steekbuizen van doorsnede 8 cm als monsters over 1 mm gezeefd en samengenomen wordt. Boven –2m NAP worden de locaties te voet bezocht en worden drie bodemkernen (tot minstens 30 cm diep) van 8 cm in een monster over 1 mm gezeefd en samengenomen. Alle monsters worden met formaline geconserveerd.
Naast plot 4 worden er boven de laagwaterlijn nog 14 raaien bemonsterd. De raaien liggen verpreid over de platen en slikken van de Westerschelde. Iedere raai kent 1 tot 4 vaste locaties. In totaal gaat het om 40 locaties. Door NIOO-CEME worden de monsters geanalyseerd: bepaling van de soorten, aantallen en biomassa. Van sommige soorten wordt ook de grootte bepaald.
De meetmethode staat beschreven in de datarapporten van het NIOO-CEME en de werkplannen van RIKZ die bij de offerteaanvraag voor de uitvoering toegevoegd worden.
De basisgegevens (dichtheden [aantal/m2] en biomassa’s [g asvrijdrooggewicht/m2] per soort) worden bij RIKZ ontvangen en beheerd door Ing. E.C. Stikvoort (RIKZ Middelburg). De geaggregeerde gegevens zijn opgeslagen op een MOVE-projectschijf bij RIKZ en zijn ook via de MOVE-intranetsite te ontsluiten (alleen voor de interne organisatie).
Op gezette tijden worden de gegevens bewerkt en genalayseerd, ten behoeve van de ‘MOVE-agenda’. De laatst openbaar gepubliceerde rapportage van de MOVE-bodemdierengegevens (inclusief gebruikte MWTL-gegevens) is hoofdstuk 3.4 van MOVE-rapport 7 (Stikvoort et al., 2003).
- Abstract in English
- The MOVE project (Monitoring Extension Westerschelde) aims to map and evaluate the effects of Extension 43 '/ 48' in relation to dredging- and dumping policy. Benthos is an important part of the monitoring to evaluate the effects. Data is related tho the MWTL-monitoring of macrofauna.
- Abstract in nl
- Het project MOVE (Monitoring Verruiming Westerschelde) heeft tot doel om de effecten van de Verruiming 43’/48’ in kaart te brengen en om het daarmee samenhangende bagger- en stortbeleid te kunnen evalueren.
- Rights
- The data can be made available upon approval of the data provider, please contact data@vliz.be.
- bibliographicCitation
- Hummel H. 2006: Benthos Westerschelde (MOVE). Netherlands Institute of Ecology; Centre for Estuarine and Marine Ecology, Netherlands. Metadata available at http://mda.nioo.knaw.nl/imis.php?module=dataset&dasid=588
- Version
- 1
Temporal coverage
- Temporal
-
- Start date
- 1994-01-01
- End date
- 2006-01-01
- Accrual periodicity
- Twice
a year
Thesaurus terms
- Keyword
- Bank protection
- Benthos
- Biomass
- Broadening
- Dredging and dumping policy
- Macrozoobenthos
- Population density
- Random sampling
- Species composition
Themes
- theme
- Biology
- Biology > Benthos
- Biology > Productivity - biomass
- Physical
Projects
- was generated by
- MOVE - MOnitoring VErruiming Westerschelde