one publication added to basket [241124] | Floodcom: deelrapport 2. Vuntebeek
Vanderkimpen, P.; Nossent, J.; Peeters, P.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2014). Floodcom: deelrapport 2. Vuntebeek. Versie 4.0. WL Rapporten, 12_040. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. V, 56 pp. Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more |
Available in | Authors | | Document type: Project report
|
Keywords | Flooding Numerical modelling Water management > Hydraulics > Hydrodynamic models Water management > Hydrology > Conceptual models
| Author keywords | Vuntebeek; Wateroverlast; Hydrologisch-hydraulisch model; Floodcom |
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Zeeschelde , more
Authors | | Top | - Vanderkimpen, P., more
- Nossent, J.
- Peeters, P., more
| | |
Abstract | In deze studie werd de wateroverlast nabij de monding van de Vuntebeek te Melle geanalyseerd. Uit de analyse blijkt dat de dijkwerken langsheen de Zeeschelde deze wateroverlast niet veroorzaakt hebben, maar wel een invloed gehad hebben op de plaats waar ze het eerst tot uiting komt. De reeds geïmplementeerde noodmaatregelen volstaan niet om wateroverlast te voorkomen. Een volledig herstel van de situatie voor de dijkwerken evenmin. De onderzochte scenario’s suggereren dat enkel de bouw van een pompstation een duurzame oplossing vormt. Vermoedelijk kunnen ook de vijvers van het kasteel ter Camere en het kasteel van Kwatrecht zodanig ingericht worden dat ze een grotere bijdrage leveren tot het bufferen van de afvoer vanuit het stroomgebied van de Vuntebeek. De voorgaande conclusies zijn gebaseerd op berekeningen met een model dat slechts in beperkte mate gekalibreerd kon worden en zijn bijgevolg onderhevig aan grote onzekerheid. Zij moeten dan ook gevalideerd worden zodra langere meetreeksen beschikbaar zijn. Het is dan ook wenselijk om de nieuwe waterpeilmeter nabij de monding van de Vuntebeek operationeel te houden totdat een aantal significante gebeurtenissen geregistreerd werden. Naar alle verwachting zal de essentie van de analyse (wenselijkheid van de bouw van een pompstation) wel overeind blijven na een dergelijke validatie. |
|