one publication added to basket [128345] | Vervolgstudie inventarisatie en historische analyse van slikken en schorren langs de Zeeschelde: gevoeligheidsonderzoek 2D modellen
Ides, S.; Vanlede, J.; De Mulder, T.; Mostaert, F. (2008). Vervolgstudie inventarisatie en historische analyse van slikken en schorren langs de Zeeschelde: gevoeligheidsonderzoek 2D modellen. Versie 2.0. WL Rapporten, 713_21. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. 33 + 4 p. bijlagen, 78 p. fig. pp. Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more | |
Available in | Authors | | Document type: Project report
|
Keywords | Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Tides Modelling Numerical modelling Numerical models Sensitivity analysis Brackish water |
Project | Top | Authors | - Inventarisatie en historische analyse van de Zeeschelde habitats, more
|
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang , more
Abstract | Voorliggend onderzoek kadert in het project Vervolgstudie inventarisatie en historische analyse langs de Zeeschelde. Deze studie is een aanvulling op de vroegere studie van Van Braeckel et al. (2006). In voorliggende studie worden numerieke modellen ingezet teneinde verklaringen voor bepaalde vastgestelde fenomenen te kunnen geven. Alvorens het numerieke modelinstrumentarium in te zetten, wordt een gevoeligheidsanalyse van het 2D NEVLA model uitgevoerd. Hierbij wordt nagegaan wat de invloed is van verschillende numerieke parameters op de modelresultaten. Het rekenrooster is zoals verwacht belangrijk, vooral in het meest opwaartse deel van het Schelde estuarium. Aanpassingen in de Boven Zeeschelde en het Rupelbekken worden doorgevoerd teneinde de getijdoordringing te verbeteren. Verschillende methoden om meetdata te interpoleren naar een bathymetrische diepte van het rekenrooster worden uitgetest. Daarbij blijken de methoden die gebruik maken van een gemiddelde van de meetpunten in de omgeving van het roosterpunt vrij gelijkaardige resultaten te geven. Grote afwijkingen in komberging (en bijgevolg eveneens in hydrodynamica) worden bekomen wanneer wordt overgestapt op de maximale en de minimale waarde van de omliggende meetpunten. Aan de opwaartse rand wordt het model aangestuurd door opgelegde debieten. Te Merelbeke wordt voor eenzelfde periode 5 minuut, uur en daggemiddelde debieten opgelegd. Hieruit blijkt dat er weinig verschil is tussen het opleggen van 5 minuut of uur gemiddelde debieten. Wanneer echter daggemiddelde debieten worden opgelegd, wordt de invloed van de natuurlijke fluctuatie van de bovenafvoer op de waterdstand niet meer goed gemodelleerd. Het invloedsgebied strekt zich hierbij uit tot Hemiksem. Tot slot wordt de gevoeligheid ten opzichte van de bodemruwheid onderzocht. Hierbij wordt enerzijds gewerkt met een uniforme waarde voor deze parameter, vervolgens met een ruimtevariërend veld. Eveneens worden verschillende ruwheidsformuleringen met elkaar vergeleken. |
|