one publication added to basket [404732] | De zand- en slibbalans voor de Zeeschelde
Plancke, Y.; Vos, G. (2024). De zand- en slibbalans voor de Zeeschelde, in: Wetenschappelijk Scheldesymposium 21 november 2024: book of abstracts. pp. 6 In: (2024). Wetenschappelijk Scheldesymposium 21 november 2024: book of abstracts. VNSC: Bergen op Zoom. 24 pp., more |
Available in | Authors | | Document type: Conference paper
|
Keywords | Hydraulics and sediment > Morphology > Sediment balance Hydraulics and sediment > Sediment > Sediment transport Belgium, Zeeschelde [Marine Regions]
| Author keywords | |
Abstract | Om meer inzicht te krijgen in de sedimenthuishouding van het Schelde-estuarium werd voor de Zeeschelde voor 4 periodes binnen de afgelopen 20 jaar (2001-2011, 2011-2016, 2016-2019 en 2019-2022) een zand- en slibbalans berekend. Aan de basis van het bepalen van de sedimentbalans ligt een berekening van het volumeverschil tussen 2 topo-bathymetrische opnames. Deze volumeverschillen worden per OMES-segment verklaard door sedimenttransport aan de opwaartse en afwaartse randen van de Zeeschelde, met daarnaast ook de menselijke ingrepen (baggeren, storten, extractie). Aan de hand van de sedimentsamenstelling - bepaald uit staalnames doorheen het estuarium – kan per ecotoop (oa. slik, schor, diep en ondiep subtidaal) een inschatting gemaakt worden van het aandeel van de zand- en slibfractie. Aangezien een aantal meetgegevens (eg. topo-bathymetrische verschilkaarten) voorhanden zijn als volumes, terwijl andere gegevens (eg. baggergegevens, fluviatiele sedimentaanvoer) als massa beschikbaar zijn, werden de volumes omgerekend naar massa’s. Hiervoor werd een inschatting gemaakt van de porositeit, die verschilt in functie van de zand-slib-verhouding. Op basis van de gegevens kunnen de residuele zand- en slibtransporten berekend worden. Globaal gezien is het residueel transport van zand opwaarts gericht, terwijl het slibtransport afwaarts gericht is. De richting van het residueel transport is gelijkaardig voor de verschillende periodes, al zijn wel verschillen mogelijk. Met name de periode 2016-2019 wijkt af van de overige periodes, waarbij het zandtransport in deze periode langsheen de volledige Zeeschelde opwaarts is gericht, terwijl dit in de andere periodes in de Boven-Zeeschelde hoofdzakelijk afwaarts gericht is. Mogelijke verklaringen zijn de variatie in sinks en sources en verschillen in bovenafvoer. |
|