Acronym: NESPMAN Period: April 2009 till April 2010 Status: Completed
| |
Institutes (11) | Top | - European Commission (EC), more, sponsor
- Wageningen University and Research Centre; Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies (IMARES), more, partner
- Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science (CEFAS), more, partner
- AZTI Foundation, more, partner
- Institut Français de Recherche pour l'Exploitation de la Mer (IFREMER), more, partner
- Technical University of Denmark; National Institute of Aquatic Resources (DTU Aqua), more, partner
- Ecole Nationale d'Ingénieurs de Brest (ENIB), more, partner
- Johann Heinrich von Thünen-Institut; Institute of Sea Fisheries (Thünen-SF), more, partner
- Institute of Marine Research (IMR), more, partner
- Onderzoeksdomein Visserij, more
- International Council for the Exploration of the Sea (ICES), more
|
Abstract | In 2004 tekenden de Europese Commissie (EC) en de 'International Council for the Exploration of the Sea (ICES)' een 'Memorandum of Understanding (MoU)' dat onder meer een lijst van soorten uit het ICES-gebied bevat waarvoor de EC regelmatig management-advies opvraagt. Bovenop de traditionele soorten die voor hun beheer reeds onder een adviesregeling vielen naar aanleiding van voorgaande overeenkomsten (de belangrijkste commerciële soorten zoals kabeljauw, schol en haring), werd hierin een paragraaf 'Nieuwe Soorten' opgenomen. Het gaat hierbij om de volgende soorten, waarvan het commercieel belang in (tenminste een deel van) het ICES-gebied voortdurend toeneemt: hondshaai, roggen, zeebaars, mul, Engelse poon, rode poon, grauwe poon, zonnevis, schar, bot, hondstong (witje), tongschar, tarbot en griet.
In het volgende jaar, 2005, werd de 'ICES Working Group on the Assessment of New Species (WGNEW)' opgericht met als doel het verzamelen en verwerken van reeds beschikbare visserijgegevens en biologische informatie over deze nieuwe soorten, wat uiteindelijk zal toelaten de huidige status van de bestanden van deze soorten te evalueren, en er toekomstige beheersstrategieën voor op te stellen. De WGNEW verzamelde reeds een deel van deze informatie maar is er zich van bewust dat er voor verschillende van de behandelde soorten nog een grote hoeveelheid niet-geanalyseerde informatie is opgeslagen in diverse databanken, en dat er in vele gevallen otolieten werden verzameld die nooit werden afgelezen in het kader van leeftijdsbepalingen. In zijn rapport van 2007 identificeerde de WGNEW de soort/gebiedscombinaties waarvoor wordt verwacht dat er meer informatie voorhanden is. Het doel van het NESPMAN-project is deze informatie voor analyses beschikbaar te maken, en door middel van beperkte staalnames aan te vullen met belangrijke informatie die momenteel nog volledig ontbreekt (bv. lengtedistributies van vangsten/aanlandingen, groeiparameters,...). ILVO-Visserij is binnen het NESPMAN-kader bevoegd voor de luiken rond tarbot en griet, en behandelt daarbij zowel de bestanden van deze soorten in de Noordzee (samen met IMARES), het Engels Kanaal, de Ierse Zee, de Keltische Zee en de Golf van Biskaje. Voor deze twee soorten worden binnen NESPMAN tevens assessment-procedures ontworpen. |
|