Dender: vernieuwing stuwen. Hydraulische studie
De Rouck, K.; D'Haeseleer, E.; De Schutter, J.; Viaene, P.; Holvoet, K.; Kellens, W.; Vanneuville, W.; Van Eerdenbrugh, K.; Mostaert, F. (2007). Dender: vernieuwing stuwen. Hydraulische studie. WL Rapporten, 715_07. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. 45 + 58 p. bijlagen pp. Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more |
Available in | Authors | | Document types: Final report; Project report
|
Keywords | Models > Scale models > Hydraulic models Numerical modelling Physics > Mechanics > Fluid mechanics > Hydrodynamics Sedimentation Structures > Hydraulic structures > Barrages > Weirs Water management > Hydraulics > Hydrodynamic models Water management > Risk > Floods Water management > Risk > Scenario-analysis Water management > Water policy > Policy support Belgium, Dender R. [Marine Regions] Fresh water |
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Bovenschelde , more
Authors | | Top | - De Rouck, K., more
- D'Haeseleer, E., more
- De Schutter, J., more
| | - Vanneuville, W., more
- Van Eerdenbrugh, K., more
- Mostaert, F., more
|
Abstract | De afdeling Bovenschelde zal de komende jaren de stuwen op de Dender van Geraardsbergen tot en met Aalst vervangen. Om het ontwerp van deze nieuwe infrastructuur te onderbouwen wordt een scenarioanalyse uitgevoerd worden met het 1D-hydrodynamisch Mike 11 model van de Dender. Er wordt uitgegaan van het geactualiseerde en gevalideerde 1D model van de Dender (versie 2006) dat de huidige situatie omschrijft. Aan dit model worden nog een aantal wijzigingen toegevoegd die op terrein gerealiseerd zullen worden vóór de vernieuwing van de stuwen: de nieuwe Sint-Annabrug in Aalst en de bouw van de nieuwe uitwateringssluizen voor het Denderbellebroek. Op die manier wordt het basismodel bekomen waarmee de verschillende scenario’s in deze studie vergeleken zullen worden. In het scenario “vernieuwing stuwen” worden op 5 locaties (Geraardsbergen, Idegem, Pollare, Denderleeuw en Aalst) nieuwe, identieke dubbele stuwen geplaatst. De stuw van Teralfene wordt weggelaten en de nieuwe stuw in Aalst wordt ongeveer 825 m meer stroomopwaarts geplaatst. Opwaarts de stuw van Geraardsbergen wordt een bodemverlaging van 1 m toegepast over een afstand van 1 km. De breedte van de nieuwe stuwen geoptimaliseerd i.f.v. het beperken van het ladingsverlies t.h.v. de stuwen. Er wordt vertrokken van dubbele stuwen met een breedte van 2 x 6,5 m. De optimalisatie van de stuwregeling i.f.v. het voorkomen van wateroverlast maakt geen deel uit van deze studie. Daarnaast werden ook een aantal noodscenario’s doorgerekend. Hierin werd voor elke stuwlocatie het blokkeren van 1 van de stuwen gesimuleerd. De werking van de defecte stuw wordt dan overgenomen door het openzetten van de sluis. Uit de resultaten blijkt een algemene verbetering ten opzichte van het basisscenario, zowel voor het scenario “vernieuwing stuwen” als voor de verschillende noodscenario’s. In quasi alle panden is sprake van waterstandsdaling. Uit de risicoanalyse blijkt dat ook de kans tot schade in de toekomstige situatie duidelijk lager is dan in het basisscenario. Enkel in de panden Teralfene Aalst en Aalst Denderbelle is er een waterpeilverhoging als gevolg van het extra debiet dat door de nieuwe stuwen van opwaarts wordt doorgela-ten. Dit toont de nood aan een verdere optimalisatie van de stuwregeling. Een detailstudie waarin de toename van de kans tot schade die hiermee gepaard gaat, werd bestudeerd, toont aan dat deze stijging van dit risico niet significant is voor bewoners en hun omgeving. In deze studie wordt ook een inschatting gemaakt van de sedimentologische gevolgen van de nieuwe stuwen. Op basis van expertenkennis worden een aantal raadgevingen voor mogelijke aanpassingen van de configuraties gedaan om lokale sedimentatie zoveel mogelijk te vermijden. Verder werd ook een inschatting gemaakt van de te verwachten evoluties in sedimenttransportcapaciteit over het volledige Dendertraject. Globaal kan gesteld worden dat de transportcapaciteit zal verhogen. Aangezien in deze studie echter de stuwregeling nog niet geoptimaliseerd werd, moeten de conclusies i.v.m. de sedimenttransportcapaciteit nog met de nodige voorzichtigheid behandeld worden. |
|