Ook wijzen de resultaten van de beviste beken gelegen in de Gentse kanalen op een voorzichtige verbetering ten opzichte van vroegere campagnes. De beken scoren een overwegende ontoereikende tot matige kwaliteit.
Van het bekken van de Bovenschelde bevisten we een aantal beken in het zuidwestelijke deel en een aantal in het noordoostelijke deel. De toestand bleef ten opzichte van de vorige campagne status quo. Deze beken scoren een overwegende slechte tot ontoereikende kwaliteit.
Van het Leiebekken bemonsterden we de Leie zelf alsook enkele zijbeken zoals de Heulebeek en de Mandel. Voor de Leie stelden we vast dat de positieve trend die in 2003 al kon vastgesteld worden werd verder gezet. Aantallen en densiteiten van vissen zijn spectaculair toegenomen en er komen niet langer visloze plaatsen voor. De Leie scoort een overwegende matige kwaliteit. De verbetering in het traject Kortrijk-Deinze is het duidelijkst maar de meeste vis komt nog steeds voor op de Toeristische Leie. Op de Leie werd ook de zeldzame kleine modderkruiper gevangen, een primeur voor gans het Leiebekken.
Van het Beneden-Scheldebekken bevisten we een aantal zijbeken van het Groot Schijn alsook enkele beken gelegen op de linkeroever van de Beneden-Schelde waaronder de Barbierbeek. De helft van de locaties bleek visloos en de locaties met vis scoren overwegend een ontoereikende kwaliteit. Enkel de Zwanebeek en de Zuidelijke Watergang hebben een goede kwaliteit. Op de Barbierbeek was een voorzichtige verbetering merkbaar.
"}],"https://schema.org/abstract":[{"@value":"
In this document we report about the surveys performed within the framework of the freshwater monitoring network. We assessed the fish assemblages in 149 sites in nine different river basins. Among the rivers we fished in the Dijle, the Leie and the Zenne. Fish assemblage data were obtained by electrofishing using a 5 kW generator with an adjustable output voltage of 300 to 500 V and a pulse frequency of 480 Hz. The number of electric fishing devices and the number of hand-held anodes used was 2 except when the river was smaller than 1 m. We sampled also fish using double fyke nets (type 120/80). Fish data recorded included speciesspecific fish densities, individual total lengths (TL) and wet weights (g). On each site we recorded different abiotic parameters. We give for each river basin the results of the fishing campaigns.
In the River Dijle basin we surveyed the Dijle and some of its tributaries. The ecological quality of the River Dijle downstream Leuven improved compared to previous campaigns. The upstream locations have a better quality but in general we observe a positive evolution in the fish population. For the first time fish was caught in the River Zenne which is rather a remarkable result since this river had a reputation as an open sewer for years and is only recently purified. In the other tributaries we could only observe an improvement in the Voer. In average the sites in the River Dijle basin have a poor quality.
In the River Demer basin we surveyed two tributaries each of them showing a decrease in water quality which is reflected in a poor score for the index of biotic integrity (IBI).
In the River Nete Basin and River Maas basin we could not see a change of quality compared to previous surveys. Most of the locations score a moderate quality. 25% of the assessed sites in the River Maas basin have a good quality.
In the River IJzer basin a positive trend was observed but the IBI still scores poor in most sites. A similar trend is observed for the water courses within the Gentse Kanalen which in average score moderate.
In the basin of the Schelde (upstream Gent) we recorded a status quo camparing to previous surveys. The IBI of these water courses score bad or poor.
In the River Leie basin we fished in the River Leie and some tributaries e.g. Heulebeek and Mandel. For the RiverLeie the positive trend observed in 2003 was confirmed. Species diversity and density increased spectacularly. And in average the river obtains a moderate IBI score. A quality improvement in the section between Deinze and Kortrijk is remarkable but most fish was caught in the so called “tourist Leie”. For the first time in the River Leie basin Stone loach was caught.
In the River Schelde basin downstream Gent we surveyed some tributaries. In half of the sites no fish were caught and the other sites score mostly poor. A moderate quality was recorded in the Zwanebeek and the Zuidelijke Watergang. In the Barbierbeek a slight improvement was observed.
","@language":"en"},{"@value":"
Dit document rapporteert de gegevens van de bemonsteringen die we uitvoerden in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ op Vlaamse beken en rivieren. In totaal bevisten we 149 locaties verspreid over 9 bekkens. Van de grotere waterlopen bemonsterden we dit jaar de Dijle, de Leie en de Zenne. De vissen werden gevangen met fuiken of via elektrovisserij of een combinatie van deze twee methodes. De vissen zijn individueel gemeten en gewogen en teruggezet. Ook werden telkens enkele fysische en chemische parameters genoteerd. De resultaten van de afvissingen zijn per bekken besproken en de voornaamste resultaten zijn in tabellen weergegeven.
Van het Dijlebekken bevisten we de Dijle zelf alsook enkele zijbeken. Voor de Dijle stelden we een verbetering ten opzichte van vroegere gegeven vast voor de locaties stroomafwaarts Leuven. Doorheen de jaren blijven echter de bovenstroomse locaties, van de grens met Wallonië tot Leuven een betere kwaliteit hebben. Deze locaties scoren dan ook een matige kwaliteit, die stroomafwaarts Leuven scoren nog steeds ontoereikend. We stelden ook vast dat de visstand in de Dijle meer geëvolueerd is naar een natuurlijke visstand. Op de Zenne vingen we voor het eerst vis al was dit nog maar een povere visstand. Gezien echter de jarenlange reputatie van de Zenne als open riool was dit resultaat echter spectaculair. Voor de overige beken gelegen in het Dijlebekken was er slechts voor de Voer nog enige verbetering merkbaar, op de overige beviste beken kon geen opmerkelijke kwaliteitsverbetering vastgesteld worden. De locaties in het Dijlebekken scoren een overwegende ontoereikende kwaliteit.
Van het Demerbekken bevisten we de Motte en de Winge. Voor deze beken werd er eerder een achteruitgang van de visstand vastgesteld. De meeste locaties scoren ontoereikend.
Voor de bemonsterde beken gelegen in het Netebekken waaronder enkele zijbeken van de Grote Neet, de Kleine Neet zelf en enkele van zijn zijbeken en het Maasbekken waaronder de Bosbeek en de Zanderbeek stelden we niet echt een verandering/verbetering vast ten opzichte van vorige campagnes. De locaties scoren een overwegend matige kwaliteit. In het Maasbekken scoort 1/4de van de locaties een goede kwaliteit en blijft hiermee het best scorende bekken.
Van het Ijzerbekken bemonsterden we vooral polderwaterlopen. Ten opzichte’ van de vorige campagnes scoren ze iets beter maar blijven toch nog steeds ontoereikend. Ook wijzen de resultaten van de beviste beken gelegen in de Gentse kanalen op een voorzichtige verbetering ten opzichte van vroegere campagnes. De beken scoren een overwegende ontoereikende tot matige kwaliteit.
Van het bekken van de Bovenschelde bevisten we een aantal beken in het zuidwestelijke deel en een aantal in het noordoostelijke deel. De toestand bleef ten opzichte van de vorige campagne status quo. Deze beken scoren een overwegende slechte tot ontoereikende kwaliteit.
Van het Leiebekken bemonsterden we de Leie zelf alsook enkele zijbeken zoals de Heulebeek en de Mandel. Voor de Leie stelden we vast dat de positieve trend die in 2003 al kon vastgesteld worden werd verder gezet. Aantallen en densiteiten van vissen zijn spectaculair toegenomen en er komen niet langer visloze plaatsen voor. De Leie scoort een overwegende matige kwaliteit. De verbetering in het traject Kortrijk-Deinze is het duidelijkst maar de meeste vis komt nog steeds voor op de Toeristische Leie. Op de Leie werd ook de zeldzame kleine modderkruiper gevangen, een primeur voor gans het Leiebekken.
Van het Beneden-Scheldebekken bevisten we een aantal zijbeken van het Groot Schijn alsook enkele beken gelegen op de linkeroever van de Beneden-Schelde waaronder de Barbierbeek. De helft van de locaties bleek visloos en de locaties met vis scoren overwegend een ontoereikende kwaliteit. Enkel de Zwanebeek en de Zuidelijke Watergang hebben een goede kwaliteit. Op de Barbierbeek was een voorzichtige verbetering merkbaar.
"}],"http://purl.org/dc/terms/bibliographicCitation":[{"@value":"Van Thuyne, G.; Breine, J. (2008). Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ 2007. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 2008(21). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Groenendaal.154 pp."},{"@value":"Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Brussel.ISSN 1782-9054"}],"https://schema.org/citation":[{"@value":"Van Thuyne, G.; Breine, J. (2008). Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ 2007. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 2008(21). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Groenendaal.154 pp."}],"https://schema.org/author":[{"@id":"_:b0"},{"@id":"_:b1"}],"http://purl.org/dc/terms/references":[{"@id":"https://marineinfo.org/id/dataset/453"}],"http://purl.org/dc/terms/isPartOf":[{"@id":"https://marineinfo.org/id/collection/568"}],"https://schema.org/isPartOf":[{"@id":"_:b2"}],"https://schema.org/datePublished":[{"@value":"2008","@type":"http://www.w3.org/2001/XMLSchema#gYear"}],"https://schema.org/pagination":[{"@value":"154"}],"http://purl.org/ontology/bibo/#volume":[{"@value":"2008"}],"http://purl.org/ontology/bibo/#issue":[{"@value":"21"}],"http://purl.org/ontology/bibo/#pages":[{"@value":"154"}]},{"@id":"https://marineinfo.org/ns/library/bibcodes#"},{"@id":"https://schema.org/CreativeWork"},{"@id":"https://schema.org/Person"},{"@id":"https://schema.org/ScholarlyArticle"}]IMIS | MarineInfo Skip to main content
Here you can search in all of the data we have in our marine catalogues
*A new integrated search interface will become available in the next phase of marineinfo.org. For the time being, please use this page as the search interface.
Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ 2007
Van Thuyne, G.; Breine, J. (2008). Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ 2007. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 2008(21). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Groenendaal. 154 pp.
Part of: Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Brussel. ISSN 1782-9054, more
In this document we report about the surveys performed within the framework of the freshwater monitoring network. We assessed the fish assemblages in 149 sites in nine different river basins. Among the rivers we fished in the Dijle, the Leie and the Zenne. Fish assemblage data were obtained by electrofishing using a 5 kW generator with an adjustable output voltage of 300 to 500 V and a pulse frequency of 480 Hz. The number of electric fishing devices and the number of hand-held anodes used was 2 except when the river was smaller than 1 m. We sampled also fish using double fyke nets (type 120/80). Fish data recorded included speciesspecific fish densities, individual total lengths (TL) and wet weights (g). On each site we recorded different abiotic parameters. We give for each river basin the results of the fishing campaigns.
In the River Dijle basin we surveyed the Dijle and some of its tributaries. The ecological quality of the River Dijle downstream Leuven improved compared to previous campaigns. The upstream locations have a better quality but in general we observe a positive evolution in the fish population. For the first time fish was caught in the River Zenne which is rather a remarkable result since this river had a reputation as an open sewer for years and is only recently purified. In the other tributaries we could only observe an improvement in the Voer. In average the sites in the River Dijle basin have a poor quality.
In the River Demer basin we surveyed two tributaries each of them showing a decrease in water quality which is reflected in a poor score for the index of biotic integrity (IBI).
In the River Nete Basin and River Maas basin we could not see a change of quality compared to previous surveys. Most of the locations score a moderate quality. 25% of the assessed sites in the River Maas basin have a good quality.
In the River IJzer basin a positive trend was observed but the IBI still scores poor in most sites. A similar trend is observed for the water courses within the Gentse Kanalen which in average score moderate.
In the basin of the Schelde (upstream Gent) we recorded a status quo camparing to previous surveys. The IBI of these water courses score bad or poor.
In the River Leie basin we fished in the River Leie and some tributaries e.g. Heulebeek and Mandel. For the RiverLeie the positive trend observed in 2003 was confirmed. Species diversity and density increased spectacularly. And in average the river obtains a moderate IBI score. A quality improvement in the section between Deinze and Kortrijk is remarkable but most fish was caught in the so called “tourist Leie”. For the first time in the River Leie basin Stone loach was caught.
In the River Schelde basin downstream Gent we surveyed some tributaries. In half of the sites no fish were caught and the other sites score mostly poor. A moderate quality was recorded in the Zwanebeek and the Zuidelijke Watergang. In the Barbierbeek a slight improvement was observed.