Monitoringsplan ten behoeve van het exploiteren van een stortplaats voor baggerspecie afkomstig uit de IJzer in overdieptes van het spaarbekken van de IJzer: samenvatting resultaten T0-monitoring
Levy, Y.; Vereecken, H.; De Schutter, J.; Claeys, S.; Mostaert, F. (2010). Monitoringsplan ten behoeve van het exploiteren van een stortplaats voor baggerspecie afkomstig uit de IJzer in overdieptes van het spaarbekken van de IJzer: samenvatting resultaten T0-monitoring. versie 2.0. WL Rapporten, 712_11. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. I, 25 pp. Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more |
Available in | Authors | | Document type: Project report
|
Keywords | Dredging Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Morphology > Sediment balance Hydraulics and sediment > Sediment > Dredging and dumping In-situ measurements Monitoring Sediments ANE, Belgium, IJzer R. [Marine Regions]
| Author keywords | |
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Bovenschelde , more
Abstract | Eind 2010 starten baggerwerken op de IJzer. Afdeling Bovenschelde wil de specie in het spaarbekken van Nieuwpoort (BLOSO-plas) in overdieptes storten. De vergunning voor deze werken voorziet monitoring tijdens de werken. Aan WL werd gevraagd om te adviseren bij opzet van deze monitoring. Hiertoe werd op respektievelijk 4 mei 2010 en 27 augustus 2010 een zogenaamde T0-monitoring uitgevoerd om te evalueren wat de snelheidsverdeling in het spaarbekken is gedurende een getij en wat de basisturbiditeit en –kwaliteit is van de plas.De belangrijkste resultaten van deze metingen tonen aan de tijdens hoge aanvoerdebieten de hoofdstroom vooral op de Ijzer zelf is gesitueerd en minder op het spaarbekken. Na het beëindigen van de lozing op zee kan een minimale klokwijze terugstroming optreden. In de plas is een duidelijke stratificatie aanwezig van de conductiviteit en het zuurstofgehalte op gelijke dieptes. Boven 3 m hebben we de lagere conductiviteitwaarden en hogere opgeloste zuurstof gehaltes. Onder de 3-4 m vinden we de hogere conductiviteitwaarden en de lage opgeloste zuurstofgehaltes. De sediment concentratie van de genomen waterstalen en de gemeten turbiditeitwaarden tonen aan dat het water overal even sedimentarm is. |
|