Systematische studie van enkele Mysidacea-soorten van de Ecuadoriaanse kusten
Bulckaen, B. (2000). Systematische studie van enkele Mysidacea-soorten van de Ecuadoriaanse kusten. MSc Thesis. Universiteit Gent: Gent. 91 pp. |
Available in | Author | | Document type: Dissertation
|
Keywords | Marine/Coastal; Brackish water |
Abstract | In het kader van een IUS- VLIR-ABOS samenwerkingsproject met de Ecuadoriaanse universiteit ESPOL werden in Ecuador bentische gemeenschappen bemonsterd. De stalen werden hier in België verder onderzocht als onderwerp van drie verschillende licentiaatsscripties. Deze scriptie had als onderwerp een systematische studie van de Mysidacea die in de genomen -stalen aangetroffen werden. In de hyperbenthosstalen die in de surf zone van het strand zijn genomen, zijn vijf soorten aangetroffen, waarvan er in deze scriptie vier beschreven worden. Bowmaniella sp. cf. brasiliensis is een algemene soort die sterke gelijkenissen vertoont met B. brasiliensis Bacescu (1968). Deze soort werd beschreven van de Golf van Mexico en de Caralbische kust. De waargenomen morfologische verschillen werden niet belangrijk genoeg bevonden om B. sp. cf brasiliensis als een nieuwe soort te beschouwen. B. sp. cf. brasiliensis en B. brasiliensis kunnen dus als conspecifiek beschouwd worden. , Bowmaniella banneri Bacescu (1968) was reeds gekend van de Califomische kust. Een adult mannetje werd verzameld op het strand van San Pablo, Ecuador. De twee geobserveerde morfologische verschillen met het neotype werden ook hier niet belangrijk genoeg geacht om dit specimen tot een nieuwe soort te Tekenen. Metamysidopsis sp. novo 4b is een zeer algemene soort van zandstranden langs de Ecuadoriaanse kusto De unieke combinatie van morfologische kenmerktoestanden rechtvaardigt het besluit dat dit een soort betreft die tot op heden onbeschreven is. Mysidopsis sp. cf. cultrata is een wijdverspreide soort langs de Ecuadoriaanse kust, hoewel ze nergens zeer talrijk is. Voldoende morfologische verschillen werden aangetroffen met M cultrata Brattegard (1973), de soort die er morfologisch het meest op gelijkt, om aan te nemen dat de hier beschreven specimens behoren tot een niet eerder beschreven soort. Naast deze vier soorten werd nog een vijfde aangetroffen in de kustwateren en werden nog eens zes and ere soorten aangetroffen in stalen afkomstig uit het Guayasestuariuin. De fylogenetische analyse van de Mysidacea op basis van de sequentie van het 18S rDNA locus ondersteunt de bestaande taxonomische indeling slechts ten dele. Er wordt aangetoond dat de Leptomysini monofyletisch zijn, maar dat het genus Mysidopsis polyfyletiscb is. Ook de Gastrosaccinae, zonder het genus Anchialina, zijn monofyletiscb. De indeling in genera zoals die traditioneel gebeurt, wordt bevestigd. De Mysini zijn zeker niet monofyletiscb. Ze lijken een parafyletiscbe restgroep na afsplitsing van de Leptomysini. Dit zou in belangrijke mate kunnen opgelost worden door de clade met Neomysis, Acanthomysis en Holmesimysis over te plaatsen naar de Leptomysini. Deze verplaatsing wordt gesuggereerd door een aantal van de verkregen bomen. Verder onderzoek van meer loci en meer taxa zal moeten helpen om de onzekerheden weg te werken. |
|