Evaluatie (potentiële) dijkmonitoringstechnieken: detectie kwel/lekkage onder en/of doorheen dijken: zelfpotentiaal metingen
Wildemeersch, K.; Visser, K.P.; Van Hoestenberghe, T.; Vincke, L.; Peeters, P.; Mostaert, F. (2014). Evaluatie (potentiële) dijkmonitoringstechnieken: detectie kwel/lekkage onder en/of doorheen dijken: zelfpotentiaal metingen. Versie 2.0. WL Rapporten, 00_087_02. Waterbouwkundig Laboratorium/Antea Group: Antwerpen. V, 40 + 6 p. bijl. pp. Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more |
Available in | Authors | | Document type: Project report
|
Keywords | Detection Dikes Hydraulic structures > Dikes, shores and other flood defenses > Dike management and inspection Hydraulic structures > Dikes, shores and other flood defenses > Failure mechanisms In-situ measurements Monitoring Water seepages
| Author keywords | Zelfpotentiaal meting; Walem; Hinge |
Authors | | Top | - Wildemeersch, K.
- Visser, K.P., more
- Van Hoestenberghe, T., more
| | |
Abstract | In het kader van het bestek WU10/25 'Evaluatie (potentiële) dijkmonitoringtechnieken' heeft Antea Group in samenwerking met Fugro in een viertal meetcampagnes verschillende zelfpotentiaalmeettechnieken beproefd, ten einde te bepalen of deze technieken kansrijk en bruikbaar zijn als detectiemethode voor kwel/lekkage onder/ of doorheen dijken. Het principe van kwelmonitoring doormiddel van zelfpotentiaal metingen steunt op het feit dat het zelfpotentiaalveld ter hoogte van kwel/lekkage verstoord is (anomalie). Uitvoeringstechnieken van op het land en vanaf het water zijn beproefd. Potentiele kwellocaties zijn verder onderzocht met behulp van lokale en continue zelfpotentiaalmetingen in een raster. Tenslotte is ook getracht het kweldebiet op potentiele kwellocaties te bepalen doormiddel van een combinatie van zelfpotentiaalmetingen met Elektrische Resistiviteit Tomografie (ERT).Vooral de zelfpotentiaalmetingen vanaf het water bleken een kansrijke monitoringstechniek voor kwel/lekkage detectie bij dijken. De uitvoeringstechniek kan mogelijk nog worden geoptimaliseerd door toepassing van wireless meettechnieken. Tevens dient de gevoeligheid ten aanzien van het tijdstip van meten (waterhoogte) en afstand tot de oever verder onderzocht te worden. Op het land waren de gemeten signalen niet sterk genoeg om buiten het bereik van de standaard afwijking te vallen, waardoor wel een goede indicatie kan worden gevonden maar geen duidelijke conclusies konden worden getrokken. Metingen op het land bleken echter wel vaak een bevestiging te geven van anomalieën gemeten vanaf het water. |
|