Biochemische samenstellingen van wieren in kaar brengen met behulp van een FTIR
Wisse, T. (2020). Biochemische samenstellingen van wieren in kaar brengen met behulp van een FTIR. Thesis. NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research: Yerseke. 92 pp. |
Abstract | Ongeveer 90% van de algen wordt wereldwijd gebruikt voor voedsel-toepassingen. In Europa is dat slechts 9% (Torres-Tiji, Fileds, & Stephen, 2020). In 2050 wordt verwacht dat 50 tot 70% meer voedsel geproduceerd moet worden om de groeiende wereldbevolking te voeden. Hierbij zal de duurzame kweek van marine organismen zoals algen en wieren een belangrijke rol spelen (Waite , Ranganathan, Searchinger, & Hanson, 2018). ValgOrize is een Interreg project van het twee zeeën gebied dat de gecontroleerde en duurzame productie van veilige biomassa van zeewier en microwieren met goede smaakeigenschappen wil bevorderen. Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) is een partner binnen dit project. Om ervoor te zorgen dat de vraag en afzet naar wieren groter wordt, moet de smaak, textuur en geur van de wieren bepaald worden en eventueel gefinetuned. Daarnaast is het belangrijk dat de belangrijkste inhoudstoffen op een snelle manier kunnen gekwantificeerd worden.Het NIOZ heeft gevraagd om een duidelijk beschreven methode op te stellen om de biochemische samenstelling van de microwieren genaamd: Nannochloropsis sp. en eventueel Phaeodactylum tricornutum; en het macrowier genaamd Saccharina latissima achterhalen. Dit werd onderzocht zodat in een vervolgonderzoek naar het verschil in samenstelling van de wieren bij verschillende leefomstandigheden gekeken kan worden. Om het bovenstaande vraagstuk te beantwoorden heeft zowel literatuur als praktisch onderzoek plaats gevonden. Bij het literatuuronderzoek zijn vooral de gebruikte technieken, zoals de Fourier-Transform InfraRed spectroscopie (FTIR) en haar accessoires, uitgelegd vergeleken en met elkaar en is uitgelegd welke stappen in het vervolg van het onderzoek kunnen plaatsvinden. In het praktische onderzoek zijn voornamelijk standaardreeksen gemeten, om de betrouwbaarheid van de FTIR te bepalen.Een aantal voorbeelden van de richtlijnen die uit het onderzoek voort zijn gekomen zijn: nog niet ingedroogde micro- en/of macrowieren moeten voor een analyse gewassen worden met bijvoorbeeld ammoniumformaat; bij het bepalen van de biochemische samenstelling zijn zowel de PCA als het berekenen van piekhoogteverhoudingen even efficiënt, het is efficiënt om de microwieren met behulp van de FTIR X, Y Autosampler transmissie modus te onderzoeken; het is efficiënt om de macrowieren met behulp van de FTIR ATR met difuse/reflectance modus te onderzoeken; . . De biochemische samenstelling van de wieren is voor een groot deel in het literatuuronderzoek in kaart gebracht. Daarbij is aanbevolen om met behulp van de verzamelde richtlijnen met betrekking tot de (FTIR)spectrometrie-gebaseerde onderzoek, de biochemische samenstelling van Nannochloropsis sp., Phaeodactylum tricornutum en Saccharina latissima daadwerkelijk te bepalen. Ook wordt aanbevolen om te zoeken naar een beter manier om de Phaeodactylum tricornutum te homogeniseren met ammonium formaat. Hierdoor wordt de herhaalbaarheid van de analyse meer betrouwbaar. |
|