lnventarisatie macrofauna Westerschelde 1995 in het kader van de evaluatie van de verdieping van de Westerschelde
Groenewold, A.; Markusse, R.; Verschuure, K.; Craeymeersch, J.A. (1996). lnventarisatie macrofauna Westerschelde 1995 in het kader van de evaluatie van de verdieping van de Westerschelde. NIOO-CEME: Yerseke. 31 pp. | |
Authors | | Top | - Groenewold, A.
- Markusse, R.
- Verschuure, K., more
- Craeymeersch, J.A., more
| | |
Abstract | In de nabije toekomst zal de vaargeul van de Westerschelde worden verdiept. Tegelijkertijd wordtde bagger- en stortstrategie veranderd. Volgens deze strategie wordt het overgrote deel van degebaggerde specie uit de oostelijke Westerschelde naar de westkant getransporteerd. Daarnaast zalde zandwinning zich in het oosten concentreren. Hierdoor zal een sedimenttekort in het oostelijkedeel van de Westerschelde ontstaan. Daarnaast zullen deze ingrepen het bestaande fysische,biologische en chemische evenwicht in de Westerschelde en het mondingsgebied be'invloeden (vanKleef et al., 1995).Het monitoringsprogramma in de Westerschelde (Colijn & Akkerman, 1990) is in 1994 uitgebreid(Projekt MOVE; van Kleef et al. 1995) om korte termijn veranderingen in het fysische systeem, deecologie van (bodem)diergemeenschappen en water- en bodemkwaliteit en de daaruit voortvloeiendeontwikkelingen in de Westerschelde beter te kunnen begrijpen.De bemonsteringen van het macrobenthos worden zowel in het voorjaar als in het najaar uitgevoerdop een aantal eulitorale lokaties waar tevens maandelijks hoogteopnames plaatsvinden. Sublitoralebemonsteringen vinden plaats in een gebied ter hoogte van Terneuzen dat aansluit op de deelgebiedendie bemonsterd warden in het kader van het Biologisch Monitoring Programma (projektEXP*BMN) (figuur 1 ).De resultaten van de macrobenthos-monitoring in 1994 ten behoeve van het projekt verdiepingWesterschelde zijn weergegeven in de rapportage van Craeymeersch et al. (1995).In dit rapport wordt een overzicht gepresenteerd van de resultaten van de bemonsteringcampagnesvan het macrobenthos in 1995. |
|