Overstromingen juli 2021: analyse van een hypothetische gelijkaardige gebeurtenis in Vlaanderen
Pereira, F.; Nossent, J. (2022). Overstromingen juli 2021: analyse van een hypothetische gelijkaardige gebeurtenis in Vlaanderen. Versie 3.0. WL Rapporten, 21_094_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VI, 30 pp. https://dx.doi.org/10.48607/145 Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more |
| Available in | Authors | | Document type: Project report
|
| Keywords | Literature and desktop study
Water management > Risk > Floods
Belgium, Flanders [Marine Regions]
|
| Project | Top | Authors | - 'Wat-als scenario' voor extreme wateroverlast in Vlaanderen, more
|
Contact detailsProposer: De Vlaamse Waterweg , more
| Abstract | Deze nota geeft een beknopte (kwalitatieve) analyse van de overstromingen van juli 2021 in Wallonië, met als doelstelling een antwoord te geven op de vraag wat de impact zou zijn indien een gelijkaardige gebeurtenis in Vlaanderen zou gebeuren. De nota kan beschouwd worden als een aanvulling op het “wat als?”-rapport van De Vlaamse Waterweg en het advies “Weerbaar Waterland” van het multidisciplinair expertenpanel van de Vlaamse Regering.
De analyse is uitgevoerd op basis van reeds beschikbare informatie en zonder extra model simulaties, en focust zich in de eerste plaats op het identificeren van de meest kwetsbare gebieden in Vlaanderen voor gelijkaardige extreme neerslag events binnen een rivierbekken. De meest relevante conclusies zijn:
• De gebeurtenissen in Wallonië zijn het resultaat van een neerslagzone met “zeer extreme” hoeveelheden neerslag in een gelokaliseerde zone van 300 km² en “extreme” neerslag voor een ruimer gebied (2.000 km²).
• Een gelijkaardige neerslagzone kan optreden in Vlaanderen, maar het effect daarvan zou op de meeste plaatsen leiden tot lagere economische schade dan in de specifieke gebieden in Wallonië.
• De economische schade door fluviale overstromingen voor een gebeurtenis gelijkaardig aan juli 2021 (qua hoeveelheid en ruimtelijke verdeling) zal voornamelijk de bekkens van de Dender en de Zenne treffen met een maximale geschatte schade tussen de 500 tot 700 miljoen euro.
• De economische schade door fluviale overstromingen voor de andere stroomgebieden zou kleiner zijn en treedt in dit scenario met een vergelijkbaar neerslagevent niet tegelijkertijd op in alle Vlaamse bekkens. Daarom mag de schade van de verschillende bekkens in dit scenario niet zomaar opgeteld worden.
• Een scenario waarbij een “zeer extreme” neerslagzone, zoals die zich voordeed in juli 2021, over het volledige oppervlak van het Scheldebekken zou vallen, is minder waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. Ook in dergelijk geval zijn de bekkens van Dender en Zenne, net als Beneden-Schelde kwetsbaar.
• Voor een meer nauwkeurige inschatting van de schade, is het nodig om een gedetailleerde hydrologische/hydrodynamische simulatie uit te voeren met een nauwkeurige inschatting van een gelijkaardige ruimtelijke neerslag. Een dergelijke meteorologische analyse dient uitgevoerd te worden door een instelling gespecialiseerd in meteorologie. Ook de impact van klimaatverandering op de terugkeerperiodes voor neerslag en debieten dient hierbij in rekening gebracht te worden. Daarnaast is het raadzaam om naast de economische schade ook een inschatting te maken van de sociale en ecologische schade.
• Het effect van een neerslagzone (van 300 km²) met “zeer extreme” neerslaghoeveelheden net boven belangrijke stedelijke gebieden (Antwerpen, Gent of Brussel), moet bestudeerd worden met behulp van het geschikte modelinstrumentarium, aangezien dit tot grote schade zou kunnen leiden. Dergelijke pluviale overstromingen zijn niet meegenomen in deze kwalitatieve analyse. Ook een analyse voor de Gemeenschappelijke Maas is noodzakelijk in het extreme scenario |
|
