Overzicht van de verspreiding en het polymorfisme van Cepaea nemoralis (L.), Cochlicella acuta (Müll.) en Theba pisana (Müll.) (Pulmonata: Helicidae) in de Belgische kustduinen
De Smet, W.H.; Van Rompu, E.A. (1988). Overzicht van de verspreiding en het polymorfisme van Cepaea nemoralis (L.), Cochlicella acuta (Müll.) en Theba pisana (Müll.) (Pulmonata: Helicidae) in de Belgische kustduinen, in: Wouters, K. et al. (Ed.) Symposium Invertebraten van België, samenvattingen, 25-26 nov. 1988. pp. 29 In: Wouters, K.; Baert, L. (Ed.) (1988). Symposium Invertebraten van België, samenvattingen, 25-26 nov. 1988. KBIN: Brussel. 106 pp., more | |
Available in | Authors | | Document type: Summary
|
Keywords | Cepaea nemoralis (Linnaeus, 1758) [WoRMS]; Cochlicella acuta (O. F. Müller, 1774) [WoRMS]; Theba pisana (O. F. Müller, 1774) [WoRMS] Belgium, Belgian Coast [Marine Regions] Marine/Coastal |
Authors | | Top | - De Smet, W.H., more
- Van Rompu, E.A.
| | |
Abstract | Cepaea nemoralis (L.) is een W-Europees en westlijk midden Europees fauna element, dat voorkomt in het ganse gebied van de Belgische kustduinen. Theba pisana (Müll.) , van oorsprong mediterraan, werd voor heteerst in ons land aangetroffen te Oostende in 1934. De soort is thans gevestigd in het ganse kustduingebied. Cochlicella acuta (Müll.) , eveneens beschouwd als een element van de mediterrane malacofauna, werd in ons land het eerst waargenomen in De Panne (1910). Thans wordt ze regelmatig aangetroffen tussen de Frans-Belgische grens en Wenduine. T. pisana en c. acuta bereiken in ons land de noordgrens van hun natuurlijk verspreidingsgebied langsheen de Noordzee. De drie soorten vertonen een zichtbaar polymorfisme van de schaal (o.a. kleur, banden, enz.) I waarvan het genetische determinisme reeds voor een groot deel is opgehelderd. Langsheen het onderzoeksgebied bestaan duidelijke verschillen in de gemiddelde frequenties voor sommige van de polymorfe kenmerken. Deze variaties vertonen gradiënten hetgeen wijst op selectieve effecten i.v.m. het klimaat. Daarnaast moeten een reeks variaties in de frequenties tussen de verschillende populaties verklaard worden door o.m. differentiële acties (o.a. predatie, invloed van het habitat enz.) en het 'founder' effect. |
|